Natuur in de Wijk richt zich specifiek op deze soorten:

Vleermuis, gierzwaluw en bonte vliegenvanger

Al deze diersoorten komen voor in typische stedelijke “biotopen”. Met een biotoop wordt een landschapstype bedoeld waarin bepaalde dieren leven, foerageren, nestelen, voortplanten et cetera. In andere woorden: de leefomgeving van een soort.

Helaas wordt de voedselvoorraad en nestgelegenheid voor deze soorten door diverse redenen steeds kleiner. Verstening van tuinen, minder beplanting en geïsoleerde huizen die vogels en vleermuizen geen plekje meer bieden om te nestelen of schuilen zijn een aantal voorbeelden hiervan.

Het behoud van de biodiversiteit in stenig gebied is erg belangrijk. Inwoners van steden behouden zo beter hun connectie met de natuur, wat op zijn beurt zorgt voor minder stress.  Vleermuizen en bonte vliegenvangers zijn daarnaast ook nog eens uitstekende insectenvangers, die helpen de hoeveelheid muggen en vliegen in steden te verminderen. Natuur in de Wijk biedt inwoners van deelnemende gemeenten de kans om deze diersoorten voedsel en veiligheid te bieden in de vorm van beplanting, nestkasten en verblijfskasten.

Bonte vliegenvangers komen half april tot begin juni in Nederland aan, vanaf West-Afrika. Bijna alle bonte vliegenvangers broeden in nestkasten, enkele in boomholtes. Vanaf een zitpost maken ze korte vluchten achter vliegende insecten aan en vangen deze in volle vlucht.

Gierzwaluwen spenderen vrijwel hun hele leven in de lucht en landen alleen op het nest om te broeden en hun jongen te voeren. Ze eten tot zo’n 15.000 insecten per dag. Gierzwaluwen broeden hoog in gebouwen en zijn daarom gebonden aan een stedelijke biotoop. Kerktorens, flatgebouwen en hoge gevels zijn erg in trek. Tegenwoordig nemen de holtes en kiertjes waar de zwaluwen kunnen broeden af, maar wordt er met succes steeds vaker gebruikgemaakt van nestkasten.

Vleermuizen komen in steden in allerlei soorten en maten voor: gewone dwergvleermuizen, laatvliegers, watervleermuizen en rosse vleermuizen. Wijken kennen een heel scala aan deze insectenjagers. Vaak zie je ze bij het vallen van de schemering plotseling door de lucht scheren als een zwarte schaduw tegen een donkerblauwe hemel. Ze houden zich overdag schuil in kiertjes en holletjes in gebouwen, garages en schuren, maar ook in bomen, bijvoorbeeld.

© Orbis natuur | landschap | klimaat